Door gebruik te maken van natuurlijke materialen kan je kinderen in aanraking laten komen met de natuur. Door alleen al te kijken naar beelden uit de natuur, maakt je lichaam een stofje aan waarmee je stressniveau omlaag gaat. Ermee spelen of creatief bezig te zijn, verhoogt ook dit rustgevende effect! Daarnaast kan een goed voorbereide ruimte bijdragen aan een lager stressniveau bij kinderen. Door te zorgen dat druk en rustig spel duidelijk gescheiden is, kunnen kinderen hun energie kwijt of juist een rustig plekje vinden om zich terug te trekken en even op te laden. Wanneer er aantrekkelijk ingerichte speelhoeken te vinden zijn op de groepen, nodigt dat kinderen uit om te gaan spelen.
Na een tijdje ligt veel materiaal als een ontplofte bom verspreid over de ruimte. Als pm-er moet je dan ook meerdere keren per dag de ruimte opnieuw voorbereiden. Door hoekjes weer aantrekkelijk in te richten, worden de kinderen opnieuw verleid om te gaan spelen en op onderzoek uit te gaan. Het materiaal moet aansluiten op de interesses van de kinderen zodat dit hun speelomgeving verrijkt. Om te weten welke interesses en behoeften de kinderen hebben, is aan te raden om dagelijks minimaal 5 minuten de kinderen van jouw groep te observeren. Stel je verdekt op zodat je de kinderen niet stoort in hun spel en kijk! Wat doen ze? Welke materialen gebruiken ze? Welke vaardigheden zijn ze aan het oefenen? Etc. Alles wat je hierdoor te weten komt, helpt je om goed te kunnen afstemmen op de behoeften van de kinderen bij het opnieuw voorbereiden van de ruimte en de activiteiten die je aanbiedt.
Soms lijkt het alsof een kind niet tot spel komt. Het kind kijkt misschien hoe andere kinderen spelen. Dat is prima, het kind doet daarmee inspiratie op en komt daarmee op ideeën om even later zelf tot spel te komen. Het is aan te raden om meerdere stuks van hetzelfde speelgoed beschikbaar te hebben, zodat kinderen naast elkaar kunnen spelen in plaats van dat zij speelgoed of materialen van elkaar gaan afpakken. Als kinderen ander spel verstoren, kan het zijn dat zij zich vervelen. Het kan ook dat zij proberen mee te doen, maar niet weten hoe ze dat op een positieve manier kunnen doen. Als pm-er kan je dit begeleiden door te benoemen wat je ziet en wat misschien de intentie van het kind is. Ook kan je door open vragen te stellen aan het kind erachter proberen te komen wat het kind bezighoudt. Je kunt het kind dan op weg helpen door samen materiaal te onderzoeken of spel op te starten.
Als je als pm-er meespeelt met een kind of een groepje kinderen probeer dan te volgen en niet teveel de leiding te nemen in het spel. Zo laat je de kinderen bepalen en neem je hun spel niet over. Veel KDV groepen laten zich graag inspireren door het gedachtegoed van Emmi Pikler. Passieve materialen (veelal huishoudelijke objecten) maken kinderen actief (zetten aan tot concentratie en fantasie) in hun spel, terwijl actief speelgoed (speelgoed waar batterijen in zitten en die geluid maken) kinderen juist passief maakt (is korte termijn vermaak en daagt kinderen niet uit om creatief te denken). Probeer voor jouw groep goed in kaart te brengen welke spelbehoeften de kinderen binnen en buiten zouden kunnen hebben en wat er aan (veelal passief) spelmateriaal aanwezig zou moeten zijn om hieraan tegemoet te komen. Zo kan je een zo optimaal mogelijk voorbereide ruimte voor kinderen creëren.